Nieuwe CAO-bepalingen van kracht

12 december 2017

In het voorjaar van 2017 hebben partijen bij de CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (BIKUDAK) enkele tussentijdse CAO-wijzigingen afgesproken. Sinds september 2017 staan deze definitief in de CAO Arbeidsvoorwaarden en zijn ze op de gehele BIKUDAK-sector van toepassing.

Naast correcties en redactionele wijzigingen zijn er enkele in het oog springende inhoudelijke aanpassingen. We noemen ze hieronder.

Buitenlandse werknemers

Met het nieuwe artikel 7B (Buitenlandse werknemers) is de CAO BIKUDAK aangepast aan de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (WagwEU). Deze wet regelt de arbeidsvoorwaarden waarop werknemers van Europese bedrijven recht hebben wanneer zij tijdelijk in Nederland werken. Ook maakt deze wet een betere controle mogelijk op de naleving van deze arbeidsvoorwaarden door de Europese bedrijven. Deze wet geldt voor bedrijven uit andere EU-landen die tijdelijk met hun personeel in Nederland een klus komen verrichten. Hun personeel heeft in ieder geval recht op de belangrijkste arbeidsvoorwaarden die de Nederlandse wet voorschrijft, zoals: het minimumloon, voldoende rusttijden, veilige arbeidsomstandigheden, gelijke behandeling van mannen en vrouwen en een minimum aantal vakantiedagen. Als er een algemeen verbindend verklaarde CAO van toepassing is, geldt ook de harde kern van arbeidsvoorwaarden uit deze CAO. Deze harde kern staat weergegeven in een tabel in de nieuwe bijlage XII van de CAO.

Uitzendkracht en roostervrije dagen

Roostervrije dagen gelden ook voor uitzendkrachten en moeten worden uitbetaald conform het individueel overeengekomen loon. Sinds de CAO’s voor uitzendbureaus werken met de zg. inlenersbeloning in hun eigen uitzend-CAO’s, moeten zij voor hun uitzendkrachten een deel van de CAO’s van de inlenende werkgevers volgen. Omdat de status van roostervrije dagen niet altijd even duidelijk was voor uitzendbureaus, is een bepaling opgenomen in de CAO BIKUDAK dat een inlenende werkgever in de BIKUDAK sector hierover afspraken dient te maken in de inleenovereenkomst met de uitzendonderneming. Naast een aanpassing in artikel 7A (uitzendarbeid) en artikel 8A (roostervrije dagen) is hiertoe bijlage XI toegevoegd.

Verdiscontering in uurloon

In plaats van het maken van bovenstaande afspraken in de inleenovereenkomst kunnen de roostervrije dagen ook worden verdisconteerd in het uurloon van de uitzendkracht. Uitzendkrachten hebben conform de ABU en de NBBU CAO recht op de zogenaamde inlenersbeloning. Hier vallen ook de roostervrije dagen onder. Volgens de CAO BIKUDAK heeft een werknemer met een voltijd dienstverband (de normale arbeidsduur in de BIKUDAK-sector is 40 uur per week) recht op 20 roostervrije dagen of wel 160 uren per jaar (stand van zaken 2017). Nu uitzendkrachten deze roostervrije dagen in de meeste gevallen niet betaald krijgen in tijd, dient hun uurloon verhoogd te worden met de waarde van deze dagen. Daarvoor kan deze formule worden gebruikt.

160 X het garantie-uurloon of het individueel overeengekomen uurloon / 2085,60

(toelichting: dit zijn de arbeidsuren per jaar bij een 40-urige werkweek)

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Een klein comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de vakbonden en VEBIDAK en een arbovoorlichter van de Stichting Bedrijfstakregelingen Dakbedekkingsbranche (SBD) is bezig met de actualisatie van de Arbocatalogus Platte Daken. Dit heeft geleid tot een wijziging van artikel 14, vierde lid, van de CAO BIKUDAK (persoonlijke beschermingsmiddelen).

Artikel 14 (arbeidsomstandigheden), lid 4:

De werkgever is verplicht de onderstaande persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve- en/of individuele valbeveiligingsmiddelen aan de bij hem in dienst zijnde werknemer ter beschikking te stellen:

 oud  nieuw
  • oordoppen;
  • een gezichtsmasker of stofkap;
  • veiligheidsschoenen;
  • werkhandschoenen;
  • hekwerk;
  • harnas;
  • vallijnen.
  • geh​oorbescherming (bijvoorbeeld oordoppen);
  • adembescherming (bijvoorbeeld een gezichtsmasker of stofkap);
  • veiligheidsschoenen;
  • werkhandschoenen;
  • hekwerk;
  • harnas met toebehoren.

 

De CAO stelt geen nadere vereisten aan de persoonlijke beschermingsmiddelen. Dit betekent dat deze pbm’s moeten voldoen aan de overige geldende wet- en regelgeving op dat gebied. De arbovoorlichters van SBD kunnen u hier alles over vertellen: www.sbd.nl.  

Zie hier alle CAO-wijzigingen van september 2017